Bij binnenkomst in de ruimte valt de vloer meteen op. Een koude betonnen vloer met vlekjes en spikkels waar meerdere keren met verf geknoeid is. Een dunne streep grijze betonverf loopt een klein stukje tegen de wanden omhoog. Hij wil omhoog kruipen maar het vlekkerige wit van de muren maakt daar een abrupt einde aan.
Met de rug naar de ingang oogt de ruimte als een lange tunnel. De achterwand en rechter zijwand worden gedomineerd door de witte betonnen muren. Achter mij een grote roldeur die van buitenaf rood is geschilderd om hem weg te laten vallen tegen de kleur van de bakstenen. De witte TL Balken zijn gedoofd waardoor het licht van de drie grote ramen, links van mij, de boventoon voeren. Natuurlijk licht bepaalt hier de ruimte. Licht van links, links licht.
Bovenin de ruimte veranderen de muren abrupt in het plafond. Als korte inleiding dient het buizenstelsel dat zich hier net onder bevindt. Dit plafond met zijn dichte rokerige vezelplaten steekt af tegen de witte muren alsof hij niet tot de ruimte wil behoren.
Al deze begrenzingen samen zijn nooit geplaatst om lang tussen te vertoeven. Hier wil je niet wonen. Hier wil je alleen tijdelijk verblijven.